Nasser Abdi (38) is wooncoach bij PC Boutenshof, daarnaast houdt hij zich als teamrolhouder rooster bezig met de roostering van het team. Wat hij doet als wooncoach en leuk vindt aan zijn baan? Je leest het hieronder.
Wat ik doe als wooncoach?
In zijn algemeenheid help ik deelnemers grip te krijgen op hun leven, zodat ze weer zelfstandig vooruit kunnen. Als wooncoach ben je onderdeel in de groepsbegeleiding en ben je adl’er (persoonlijk begeleider) van enkele deelnemers. Deze deelnemers werken aan doelen die ze met hun trajectbegeleider hebben vastgesteld. Als wooncoach help ik die doelen in concrete acties om te zetten en zo stapsgewijs te realiseren. Als ik iemand ga begeleiden ken ik die doelen natuurlijk, maar ik lees me van tevoren niet te gedetailleerd in. Ik wil de ander juist leren kennen in gesprekken. Voor mij betekent dat veel luisteren, de persoon leren kennen en een band kweken. Wat wil hij, waar is hij goed in, wat wil hij leren, hoe ziet zijn netwerk eruit en wie zijn belangrijk voor hem? Vandaaruit gaat de deelnemer aan de slag. Ik ben beschikbaar voor ondersteuning, activeer, motiveer, stimuleer, ben vraagbaak en help waar nodig in praktische zin. Ik neem in principe niks over. De deelnemer moet leren, ervaren, vallen en opstaan. Juist dat maakt hem uiteindelijk zelfredzaam. Als wooncoach moet je niet bang zijn om de ander vertrouwen te geven dat hij stappen kan zetten. Niet bij voorbaat denken: ‘o jee, dat gaat niet lukken’. Juist deelnemers die al lang in het zorgwereldje meelopen en die soms de hoop hebben opgegeven, hebben die stimulansen nodig. Ze groeien juist van een ander die in hen gelooft.
Wat je in deze functie nodig hebt?
Je moet van mensen houden, stressbestendig zijn, enige mensenkennis hebben en altijd respectvol zijn naar anderen. Belangrijk is ook dat je in het contact met de ander duidelijk je grenzen aangeeft. Deelnemers willen die grenzen nog wel eens opzoeken om te kijken wat ze voor elkaar kunnen krijgen. Verder moet je als wooncoach vooral niet bang zijn om fouten te maken. Die ruimte is er ook, we hebben een heel open en transparant team. We mogen kritisch zijn naar elkaar. We evalueren elke dienst en spreken elkaar open en constructief aan: wat vind jij, hoe zou jij dit aanpakken?
Mijn achtergrond en sterke kanten?
Ik kom oorspronkelijk uit Somalië en ben op m’n negende naar Nederland gekomen. Qua werk heb ik van alles gedaan. Ik was vrijwillig jongerenwerker, ben buschauffeur geweest, heb een eigen transportonderneming gehad en heb in de horeca en in de beveiliging gewerkt. Met mijn achtergrond en mijn levens- en werkervaring kun je me wel streetwise noemen. Ik kan out of the box denken, de-escalerend optreden. Ik word ook af en toe gevraagd om te bemiddelen als een collega er niet uitkomt met een deelnemer van een andere cultuur.
Mijn mantra?
Altijd respectvol met mensen omgaan. Naast de deelnemer gaan staan, hem bejegenen als mens, zoals je zelf ook zou willen dat een ander met jou omgaat. Ik zie mezelf eerder als maatje van iemand dan als hulpverlener, omdat je een vertrouwensband opbouwt. Dat betekent echter niet dat je de ander alleen over zijn bol aait. Zeker niet, juist een respectvolle relatie maakt het mogelijk dat je ook confronterend kan zijn wanneer dat nodig is en iemand een spiegel kan voorhouden.
Of ik resultaat zie?
Ja, je kunt voor mensen het verschil maken. Neem een van de deelnemers die ik nu ruim een jaar begeleid. Hij was een binge drinker, sliep slecht en was fysiek niet echt gezond. De voorbije 14 maanden is hij enorm gegroeid. Tegenwoordig kookt hij veelal zelf, drinkt veel minder, slaapt vrij goed en is fysiek beter in orde. Hij heeft weer contact met zijn zoon en is met wat praktische hulp van mij aan het vissen geslagen waarmee hij vele uurtjes prettig weet te besteden. Ik ben ook enkele ochtenden zwerfvuil met hem gaan prikken in de omgeving van de locatie, om hem daarmee op gang te helpen. Hij heeft nu een vast groepje waarmee hij dit dagelijks doet. Het zijn geen wonderen die je hier verricht, maar je helpt mensen wel een betere kwaliteit van leven te krijgen. De voldoening is dat je voor individuen iets kunt betekenen en uiteindelijk ook voor de maatschappij.
Het leuke aan het werk?
De diversiteit aan mensen. De een moet je een schop onder zijn kont geven, bij een ander houd je de handrem vast. In dit werk komen al je eigenschappen naar voren, je sterke kanten, maar ook je mindere punten. Daar moet je niet voor wegduiken. Dat is juist mooi, dat je door dit werk jezelf beter leert kennen. En je staat als wooncoach midden in de maatschappij! Wat wil je nog meer?
Hoe de kernwaarden van Neos in mijn werk tot uiting komen?
Vooruitkijken is verweven in het werk, want alles wat je met de deelnemers doet staat in het teken van leren en oefenen om uiteindelijk na Neos zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren. De ene heeft daar wat meer tijd voor nodig dan de ander. Van een terugval moet je ook niet schrikken. Je kijkt samen waardoor dat komt en hoe de deelnemer dat de volgende keer kan voorkomen. Dus de ogen blijven gericht op de toekomst. Daarom is een steunend netwerk van mensen met een positieve invloed ook zo belangrijk: dat helpt de ander zich in de toekomst staande te houden. Zo werk je in de opvang bijvoorbeeld ook aan respectvol gedrag. Want dat heeft de deelnemer nodig om als buurtbewoner in de samenleving geaccepteerd te worden.
Samenwerken doe je volop. In je team, met trajectbegeleiders, met ambulante wooncoaches voor een goede overdracht en met externe partijen waar nodig.
Aanpakken. Het werk is heel divers. Je houdt gesprekken, ondersteunt mensen bij het regelen van praktische zaken, gaat mee naar afspraken, bent vraagbaak en soms pak je letterlijk mee aan. Laatst heb ik iemand die doorstroomde naar een eigen woning even helpen schilderen, omdat dat met zijn netwerk niet lukte. Dat laatste heeft natuurlijk de voorkeur. Even de ander op weg helpen, zodat hij een goede goede start kan maken. Je hoeft dit als wooncoach niet per se te doen, maar de ruimte is er. Dat is zo leuk aan dit werk hier bij Neos.